Vijf Tibetanen

Tibetaanse monniken ontwikkelden 2500 jaar geleden - in verborgen bergkloosters in de afgelegen gebieden van de Himalaya - een serie van vijf zeer krachtige oefeningen die gezondheid, vitaliteit en jeugdigheid brengen. De Tibetaanse Lama’s noemen de oefeningen de Riten. In Nederland staan ze vooral bekend als De vijf Tibetanen.

 

Begin 1900 hoorde een Britse legerofficier veel geruchten over een klooster met Tibetaanse Lama’s die zeer hoge leeftijd bereikten. Maar niemand scheen te weten waar dat klooster lag. Eind 1920 besloot de officier zelf de Geheimen van de Eeuwige Jeugd te vinden en ging op zoek naar het verborgen klooster. Na een lange zoektocht vond hij het klooster. Volgens het verhaal ging hij het klooster in als een kromme man van 72 en kwam er na enkele jaren uit als een vitale veertiger. Deze man bracht de oefeningen naar het Westen. De vijf Tibetanen worden ook wel de oefeningen van de eeuwige jeugd genoemd.

 

De oefeningen

De viif Tibetanen zijn krachtige oefeningen die je langzaam moet opbouwen. Bij voorkeur worden ze iedere ochtend gedaan, maar je kunt ze ook op een ander tijdstip van de dag doen. Zorg wel dat je maag leeg is.

 

Als je De vijf Tibetanen regelmatig doet, zul je aan je lichaam merken dat het krachtiger wordt. Begin met iedere oefening 3x te doen. Na een tijdje kun je dit uitbouwen naar 5x, 7x, 9x etc. Bouw het rustig op, voorkom dat je de spieren forceert. Met 21x heb je het optimale effect bereikt. Als je ze een tijdje niet hebt gedaan, bouw je ze gewoon opnieuw rustig op. 

 

 

De eerste Tibetaan: draaien

  • Ga stevig staan
  • Breng de handen op schouderhoogte
  • Draai rechtsom rondjes met het hele lichaam (je kunt hierbij naar je rechterhand kijken).

Wanneer je duizelig bent na de oefeningen, breng je je handpalmen tegen elkaar voor de borst. Je duwt de handpalmen tegen elkaar en adem rustig in en uit. Bij regelmatige oefening wordt de duizeligheid minder.
Draai altijd met de klok mee (rechtsom).

 

De tweede Tibetaan: sterke buik

  • Ga languit liggen op de rug. De armen liggen gestrekt langs het lichaam met de handpalmen op de grond.
  • Adem uit: duw de onderrug tegen de grond
  • Op een inademing til je het hoofd op en breng je de kin naar de borst.. Tegelijkertijd breng je beide voeten met gestrekte benen omhoog.
  • Op de uitademing, laat je de voeten langzaam zakken. Kijk naar de dalende voeten. Houdt hierbij de onderrug tegen de mat gedrukt.
  • Als de voeten op ooghoogte zijn leg je het hoofd en de voeten in één beweging terug op de mat.

Als de oefening (nog) te zwaar is voor de rug, kun je ook de benen gebogen houden bij het terugleggen. 

 

De derde Tibetaan: achteroverbuiging

  • Ga op de knieën staan. Je richt je op naar de kruin. Zet de handen op de achterkant van het bekken en krul de tenen.
  • Breng de kin naar de borst.
  • Adem in. Til het borstbeen op en buig het hoofd naar achteren. Ellebogen en schouderbladen komen naar elkaar toe. De rug wordt hol.
  • Kom op een uitademing terug naar de startpositie.

 

De vierde Tibetaan: open je hart

  • Ga zitten met de benen gestrekt. Handpalmen staan plat op de grond naast de heupen. De vingers wijzen hierbij in de richting van de tenen. Het bovenlichaam is opgericht naar de kruin.
  • Breng de kin naar de borst.
  • Adem in. Breng het hoofd rechtop en til het bekken op totdat de benen een hoek van 90 graden maken.
  • Op een uitademing kom je terug tot zitten. Ontspan het lichaam.

De voeten en handen blijven tijdens de oefening op dezelfde plaats. Armen blijven gestrekt. Laat het een vloeiende beweging zijn.

 

De vijfde Tibetaan: slang en hond

 

  • Ga liggen op de buik.
  • Plaats de handen op schouderhoogte onder de schouders. De voeten zijn op heupbreedte. Je staat op de tenen.
  • Adem in. Zet af met de handen en breng het bovenlichaam omhoog en het hoofd in de nek. Zo wordt het bovenlichaam verlengd en komt helemaal van de grond. (Slang)
  • Adem  uit. Breng het bekken omhoog, hielen richting de vloer. Zet af met de handen. Het hoofd is tussen de armen. Je staat nu in een omgekeerde V-houding. (Hond)
  • Adem in en breng het lichaam weer in de uitgangspositie.

Je voert deze twee houdingenafwisselend uit. Laat ze vloeiend in elkaar overlopen.

 

Tot slot

  • Ontspan in de kindhouding.